Iedere 5 minuten valt er een 65-plusser dusdanig dat er een behandeling noodzakelijk is op de spoedeisende hulp, dit is alleen al in Nederland. Om persoonlijk advies te kunnen geven over het valrisico van een persoon, kunnen er testen gedaan worden. Zo is er bijvoorbeeld de valpreventie test. Deze test bestaat uit 2 onderdelen: een gedegen valanalyse en een snelle valpreventie test. De valpreventie test kan binnen 1 minuut gedaan worden en bestaat uit slechts 2 makkelijke vragen waardoor er achterhaald kan worden of iemand een verhoogd valrisico heeft. Als uit deze test blijkt dat de persoon een verhoogd valrisico heeft, dan kan er vervolgens een uitgebreide valanalyse af worden genomen. Deze valanalyse bestaat uit verschillende testen waarmee de volgende risicoverhogende factoren in kaart worden gebracht: virusproblemen, angst om te vallen, mobiliteitsproblemen, duizeligheid en medicatiegebruik. In deze analyse staan ook adviezen per factor waardoor aan de persoon direct de juiste adviezen gegeven kunnen worden. Uiteraard kan een persoon met een erg hoog valrisico, ook worden doorverwezen naar een specialist.
Naast de valpreventie test worden ook 3 elementen onderzocht. Het gaat hierbij om de volgende elementen:
- Loopvaardigheid: de loopvaardigheid kan bijvoorbeeld getest worden door de persoon steeds 10 meter te laten lopen in verschillende snelheden en op verschillende manieren.
- Spierkracht: Specifieke spiergroepen kunnen beoordeeld worden (MRC-schaal; Hand Held dynamometer. De laatste is objectiever maar minder gebruiksvriendelijk). De handknijpkracht kan hier getest worden en de stoeltest kan gedaan worden: 5 times sit to stand test.
- Balans: met de Berg Balans Scale (BBS) wordt de balans getest op 14 items. Deze items krijgen allemaal een score tussen de 0 en 4 punten. In totaal zijn er 56 punten te behalen. Ouderen die een score behalen van onder de 45 punten op deze BBS test, hebben een verhoogd valrisico.
Na deze testen kan er (indien noodzakelijk) een plan worden opgesteld voor valpreventie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het doorverwijzen naar een specialist zoals een fysiotherapeut die wekelijkse looptraining kan geven. Of er kunnen aanpassingen in huis worden gedaan zoals de aanschaf van fellere lichten waardoor er beter zicht is. Er kunnen ook op meerdere plekken in huis handvatten geplaatst worden voor meer grip in bijvoorbeeld een badkamer of toilet.